Hulpvragers

Nood aan aandacht

Meer dan 15 dagen na de ramp ontdekten een aantal vrijwilligers enkele oudere bewoners die nog steeds geen hulp hadden ontvangen.

 

Hoe was dit mogelijk? Deze mensen beschikten niet over gsm, internet, enz.. Ze waren ook niet mobiel en konden zich niet naar de gemeente of depots verplaatsen. Tijdens de ramp waren 15.000 auto’s weggespoeld.

 

Overheden en hulporganisaties moeten zich ervan bewust zijn dat er mensen zijn die niet over communicatiemiddelen beschikken, die hun hulpvraag niet kenbaar kunnen maken, die bijvoorbeeld door het ontbreken van elektriciteit ten gevolge van de overstromingen, geen toegang hebben tot de media, de nieuwsberichten op televisie of radio.  Er moet hierover nagedacht worden hoe men deze kwetsbare groep toch kan bereiken.

 

Ook de zwaar getroffen gemeentes hadden het moeilijk om zelf op zoek te gaan naar afgelegen bewoners. Hun wagenpark was ook zwaar getroffen, zij hadden te kampen met ondergelopen gemeentelokalen, en aangezien het volop vakantieperiode was, was er ook een gebrek aan personeel.

 

Doven en slechthorenden, alsook blinden, hadden het heel moeilijk om contact te nemen met hulpdiensten of om op de hoogte te blijven van de te ondernemen stappen.

Er dient ook specifieke aandacht besteed te worden aan mensen met een handicap. Zo hadden personen die zich moeilijk tot niet autonoom kunnen verplaatsen, soms geen toegang tot voedselbedeling of geraakten ze niet in de depots.

 

Om te vermijden dat zwakkere getroffenen door de mazen van het hulpverleningsnet vallen moet er op voorhand op alle plaatsen met een verhoogd risico een echt draaiboek klaar liggen. Er zullen in de toekomst nog andere rampen gebeuren met dezelfde gevolgen.

Onder dit punt van kwetsbare hulpvragers moet zeker aandacht besteed worden aan de vele slachtoffers die reeds voor de ramp in financiële moeilijkheden verkeerden. Hun precaire financiële situatie had tot gevolg dat velen onder hen slecht tot niet verzekerd waren. De financiële gevolgen van deze ramp zijn voor hen dramatisch. Zij beschikken niet over de middelen om nieuwe huisraad te kopen, de opruimwerken te bekostigen, een andere woning te vinden, renovatiewerken uit te voeren, enz. De spontane hulpverlening blijkt voor hen een cruciale rol te spelen. Dankzij deze hulpverlening ontvangen zij huisraad, elektrische apparatuur, wordt het pleisterwerk van de muren gehaald, worden zij voorzien van voedingsmiddelen, hygiënische producten, kleding enz. Een aanzienlijk deel onder hen is nu verplicht te blijven wonen in huizen die aangetast zijn door schimmel en die onverwarmd en uiterst ongezond zijn. Indien de spontane vrijwilligers niet in grote mate deze gezinnen in hun basisnoden tegemoetgekomen waren en hen materieel gesteund zouden hebben, wie zou het dan wel gedaan hebben? Welke rol moet de overheid hierin spelen?

 

We stellen ook vast dat deze precaire groep heel moeilijk zijn weg vindt in het administratieve kluwen van in te vullen documenten die inherent zijn na een ramp. Zij weten niet op welke hulp zij recht hebben en hoe zij dat recht kunnen laten gelden.

Zij zijn ook heel kwetsbaar ten aanzien van de verzekering. Hun acute geldnood drijft hen ertoe om elk voorstel van tussenkomst van de verzekering te ondertekenen, zonder een beroep te doen op een tegenexpertise of de tijd te nemen om verschillende offertes te laten opstellen. Zij hebben ook geen inzicht in de details van hun verzekering en op welke tussenkomsten zij recht hebben.


Hulpacties voor dieren

Al snel werd duidelijk dat het dierenleed een speciaal aandachtspunt was.
Een deel van de spontane vrijwilligers trok zich dit erg aan.

 

Concreet werden volgende vragen gesteld voor de nood bij dieren:

 

  • Het zoeken naar weggelopen of weggespoelde dieren
  • Nood aan dierenvoeding
  • Specifieke nood aan hooi voor paarden
  • Opvang van paarden
  • Verzorgen van gewonde dieren
  • De eigenaars van gevonden dieren zoeken

 

Ondernomen acties

 

Goederen (voeding, hooi, benodigdheden) inzamelen:

  • Dierenwinkels aanspreken voor schenkingen
  • De dierenvoedselbank aanspreken
  • Talrijke donaties van dierenvoeding door vrijwilligers
  • Zoektochten (ook ‘s nachts) om dieren terug te vinden
  • Advertenties op Facebookpagina’s en websites van gevonden dieren of van eigenaars van verloren dieren
  • Interventie van de dierenambulance voor gewonde dieren
  • Ondergelopen stallen opruimen
  • Opvang wilde dieren in Hotton
  • Tussenkomst van verschillende vzw’s gespecialiseerd in dieren

 

Men heeft helaas ook moeten vaststellen dat een aantal gevonden dieren werden meegenomen en niet aan de eigenaars werden terugbezorgd.

 

Toekomst

De reddingswerker vraagt een specifieke aanpak en dient uitgevoerd te worden met kennis van zaken. Verschillende gespecialiseerde teams hebben achter de schermen goed werk verricht. In de toekomst is het aan te raden dat een ploeg van erkende reddingswerkers voor dieren de taak op zich nemen om in deze reddingsoperaties vlug te kunnen handelen.


River clean-up

In de eerste dagen na de ramp heeft deze organisatie zich gericht op het kuisen en opruimen van huizen. Daarna werd de focus gelegd op het opruimen van afval in de rivieren.

 

1.571 vrijwilligers gingen via deze organisatie ter plaatse helpen en haalden tot nu toe 85,5 ton aan afval op!!!

De opruimingsacties in de rivieren gebeuren in samenwerking met De Lijn, die telkens drie pendelbussen sponsort. Ter plaatse werken ze samen met vrijwilligers van BEWapp (Wallonie Plus Propre), JCI Liege en de Civiele Bescherming. Voor het bepalen van de opruimlocaties staan ze in rechtstreeks contact met de gemeentes zelf, die hulp vragen, waarop zij een antwoord bieden. Eind september bekijken ze de situatie en evalueren ze of en waar er nog nieuwe acties dienen te gebeuren.

Speciale acties

Eén van de krachten van spontane hulpverlening is dat zij heel creatief kan zijn.  Deze creativiteit is ook merkbaar in deze ramp. Zo werden er spontaan verschillende activiteiten georganiseerd, zonder overleg, maar op initiatief van groepjes vrijwilligers.


Speciaal willen we enkele van deze activiteiten vermelden

  • Organisatie van kinderfeestjes met kraampjes en luchtkastelen
  • Een pannenkoekenkraam
  • Een rondrijdende ijskar
  • BBQ’s voor en met de slachtoffers
  • Verschillende kappers hebben gratis kapbeurten gegeven, wat enorm gewaardeerd werd
  • Ronddelen van taarten en gebak
  • Organiseren van een verjaardagsfeestje voor een jonge jarige slachtoffer
  • Bus met verzekeraars die advies gaven aan de slachtoffers
  • Een groep psychologen verleenden psychologische hulp met de slachtoffers ter plaatse

De autonomie en intimiteit van de slachtoffers

In de eerste dagen na de ramp hadden veel slachtoffers nood aan alles wat men zich maar kan inbeelden.

Na een tweetal weken waren op verschillende plaatsen (maar niet overal) de basisvoorzieningen weer voorzien en begon zich de vraag te stellen waar mensen nu nog nood hadden. Er werden massaal hulpvragen gesteld voor meubels, kookplaten of campingvuurtjes op gas, klein elektro zoals waterkokers en microgolfovens, koelkasten en ander gerief om de mensen in staat te stellen om voor zichzelf te koken. In andere zwaar getroffen regio’s bleef bepaalde hulpvoorzieningen nog absoluut noodzakelijk, bijvoorbeeld de voorziening van de maaltijden.

Op plaatsen waar slachtoffers weer beschikten over kookmateriaal en kookplaten, winkels die weer opengingen, transportmogelijkheden die weer beschikbaar waren, stelde zich de vraag of het leveren van maaltijden nog zin had. De verleiding om afhankelijk te blijven van deze voorziening is groot. De discussie ontstond of men slachtoffers niet meer moest stimuleren om autonoom te zijn, of dat er in die zones toch nog maaltijden moesten aangeboden worden.

Ook bij sommige vrijwilligers stelden we vast dat het ‘vrijwilligerssyndroom’ de kop opstak. Men maakte en voelde zich dagenlang nuttig en wilde deze rol blijven spelen. Tot men de grens bereikt waar men noden gaat creëren.

We stelden ook vast dat sommige slachtoffers nood aan intimiteit hadden. Niet iedereen wenste geholpen te worden door spontane hulpverleners of wou hulpverleners in zijn huis toelaten. Bij sommige slachtoffers was er ook een grote schaamte om hulp te vragen, hoewel ze echt nood hadden aan hulp. Dit moet heel tactvol benaderd worden.  Sommige slachtoffers hadden het moeilijk met foto’s die door spontane hulpverleners werden genomen. Essentieel is om op zijn minst hun goedkeuring te vragen.

Tenslotte is het het slachtoffer dat centraal staat in de spontane hulpverlening, en niet de hulpverlener.
Dit zal ook in de toekomst duidelijk gecommuniceerd moeten worden.

Het financiële aspect van de spontane hulpverlening

Een vaak over het hoofd gezien en onderschat aspect van de spontane hulpverlening is het financiële aspect.
Concreet situeert zich dit op verschillende niveaus:

  • De waarde van de geschonken goederen
  • De waarde van de financiële schenkingen
  • De waarde van de door de spontane vrijwilligers uitgegeven vervoerskosten
  • De waarde van de door de spontane vrijwilligers aangeschafte werktuigen
  • De honderdduizenden gratis werkuren
  • De waarde van de gratis aangeboden professionele hulp (verpleging, advies ten opzichte van de verzekering, speciale interventies zoals het installeren van elektriciteitsvoorzieningen, opruiming met industriële machines, enz.)

De berekening van de totale waarde zou zeker het voorwerp kunnen zijn van een aparte studie, maar situeert zich minstens in de miljoenen euro’s.  Indien deze bijdrage niet door spontane vrijwilligers zou gedragen worden, kan de vraag gesteld worden wie dit voor zijn rekening zou nemen.