Ruwe schets van de omvang van de ramp


1 september 2021

De ramp besloeg een gebied van 100 km lang, bestaande uit 260 steden, dorpen en gehuchten in de provincies Henegouwen, Waals Brabant, Luik, Namen en Luxemburg.  De schade van de overstromingen was op al deze plaatsen erg verschillend, variërend van enkele huizen met wateroverlast in een dorp, tot volledig ondergelopen huizen, ingestorte huizen en dodelijke slachtoffers.  

Ook de respons van de lokale overheden was heel verschillend en kan dus niet veralgemeend worden. Bepaalde burgemeesters en lokale volksvertegenwoordigers hebben onmiddellijk en adequaat gereageerd, anderen waren totaal overstelpt en verlamd door de omvang van de ramp.

In minder zwaar getroffen dorpen, steden en gehuchten was er bijna geen nood aan spontane vrijwilligers. De bewoners konden zelf hun huizen schoonmaken, of werden hierbij geholpen door familie en buren. In bepaalde gemeentes hebben de lokale overheden onmiddellijk een heel actieve rol gespeeld en materiaal en personeel ter beschikking gesteld.

Op andere plaatsen was er wel tijdelijke hulp van spontane hulpverleners nodig, maar deze beperkte zich tot enkele dagen. Op sommige plaatsen was er ook bijvoorbeeld geen voedselhulp nodig. In de zwaarst getroffen buurten is er wekenlang hulp nodig van spontane hulpverleners.  Er circuleert tot op heden heel weinig exact cijfermateriaal. Nochtans zou dit positief hebben bijgedragen tot de hulporganisatie. Het is volgens ons ook een taak voor de overheid om dit cijfermateriaal te verzamelen en ter beschikking te stellen.

Evolutie van de noden

De noden evolueren heel snel na een overstroming. Zo zagen we de eerste dagen vooral de vraag naar pompen en mankracht om de huizen leeg te maken, toenemen. Vervolgens ook de nood aan eten en drinken, aangezien alle voorraden en buurtwinkels vernield waren. Dit gebrek bleef wekenlang van kracht voor de bewoners van woningen die niet meer beschikten over elektriciteit en/of gas om maaltijden klaar te maken. In de daaropvolgende dagen was er vooral behoefte aan mankracht om de huizen schoon te maken. En daarna evolueerden de hulpvragen en werden ze heel divers.

De spontane vrijwilligers hebben snel hun weg gevonden tussen al deze hulpvragen. En waren heel reactief en creatief.

Na drie weken namen de noden steeds maar toe. We denken hierbij bijvoorbeeld aan activiteiten voor de kinderen, knutselwerken in huis, afkappen van de pleisterwerk, drogen van de muren, scholen in orde brengen, de rivieren schoonmaken, nieuwe huisvesting vinden, schoolmateriaal voor de kinderen en zo verder.

We stellen ook vast dat de hulpverlening zich meer individualiseert. Sommige vrijwilligers gaan bepaalde slachtoffers van alle noodzakelijke hulp voorzien. Zo gaan ze bij éénzelfde familie de tuin opruimen, de muren afkappen, speelgoed voor de kinderen afgeven, zoeken naar klein elektro, meubels enz. Hechte banden worden gesmeed.

Voor de zwaarst getroffen slachtoffers zien we de behoefte aan hulp op maandenlange termijn. Zo is er het probleem van het drogen van de woningen. Het pleisterwerk moet in veel huizen van de muren verwijderd worden. Ook hierin spelen de spontane hulpverleners een grote rol. Maar daarna moeten de muren uitdrogen. Met het aanhoudende slechte weer en de herfst voor de boeg is dit een zwaar probleem. Er zijn niet voldoende bouwdrogers beschikbaar. Bovendien is het elektriciteitsnet in veel woningen niet sterk genoeg voor deze toestellen. Talrijke slachtoffers slapen nu in woningen waar een vochtigheidsgraad tot soms 97% wordt gemeten. Er verschijnt schimmel op de muren en gezondheidsproblemen steken de kop op. Bewoners die proberen om hun woning te drogen met elektrische verwarmingstoestellen, worden geconfronteerd met torenhoge elektriciteitsrekeningen - tot €100 per week is geen uitzondering.

Verschillende spontane vrijwilligers hebben droogmateriaal ter beschikking gesteld maar beschikken hier niet over op grote schaal.  Verder is er een grote behoefte aan brandhout, zodat slachtoffers die over een open haard of houtkachel beschikken, via deze warmtebron hun huizen kunnen drogen.  Men kan zich afvragen of de overheid of andere organisaties geen rol kunnen spelen bij het ter beschikking stellen van bouwdrogers, het onderhandelen van een verlaagd elektriciteitstarief voor de slachtoffers of het ter beschikking stellen van houtvoorraden.

 

Indien geen oplossing gevonden wordt, zal deze situatie leiden tot gezondheidsproblemen op grote schaal.


Maak jouw eigen website met JouwWeb