Structureel

Daar waar de spontane hulpverlening in de eerste dagen na de ramp vrij ongestructureerd verliep en werd gedragen door een elan van mededogen en de wens om te helpen en solidair te zijn, heeft deze hulp zich in de volgende dagen spontaan gestructureerd. Zo zien we dat er zich groepen gevormd hebben rond specifieke noden.


Enkele voorbeelden:

  • Opruimen en poetsen
  • Voedselbedeling
  • Dierenwelzijn
  • Paramedische hulpverlening
  • Hulp aan scholen
  • Opruimen van puin in de rivieren
  • Cel perscontacten
  • Cel contacten met de kabinetten en andere hulporganisaties

In de toekomst kan de spontane hulpverlening zich voorbereiden op een efficiëntere kanalisering door onder meer volgende acties:

  • Website die onmiddellijk geactiveerd wordt
  • Facebookgroep dieren
  • Facebookgroep scholen
  • Facebookgroep rond medische en paramedische hulpverlening
  • Een noodnummer met voldoende telefonisten

 

Een goedwerkende, overzichtelijke en zoveel mogelijk op voorhand gevulde database met gegevens van lokale contactpersonen, lokale, provinciale en federale contactgegevens, contactgegevens van rampcoördinatoren, Civiele Bescherming, het Rode Kruis, brandweer, voedselbanken, wijkverantwoordelijken, enz.


De voedselbedeling

De voedselbedeling heeft in de hulpverlening een aparte plaats ingenomen. Zoals vermeld heeft het tien dagen geduurd voor het Rode Kruis aan de voedselbedeling begon. En dan nog slechts een duizendtal maaltijden per dag, waar er ongeveer twintigduizend nodig waren. De vraag blijft wie de slachtoffers gevoed zou hebben als de spontane vrijwilligers dat in tussentijd niet hadden gedaan.

De bedeling van maaltijden door vrijwilligers kwam in de eerste dagen na de ramp vrij snel op gang in de vorm van water en conserven, maar evolueerde al snel naar warme maaltijden. Men had immers vastgesteld dat de slachtoffers gewoon geen middelen hadden om maaltijden op te warmen of te bereiden.

De spontane voedselbedeling heeft allerlei vormen aangenomen. Dit varieerde van traiteurs die ter plaatse warme maaltijden gingen uitdelen tot vrijwilligers die barbecues organiseerden. Na een tiental dagen kwam ook de federatie van Belgische Foodtrucks op het terrein. Zij deelden 1100 maaltijden per dag uit.

Bij al deze acties waren er ook enkele kritieken van slachtoffers.

  • We waren niet op de hoogte van de voedselbedelingen
  • We woonden op het einde van de straat, en als ze bij ons kwamen was het eten allemaal uitgedeeld
  • Wij konden ons niet verplaatsen naar de plaatsen van de voedselbedelingen
  • We hebben opwarmmaaltijden gekregen maar hebben geen microgolfoven of gewone oven
  • We hebben verschillende dagen na elkaar dezelfde foodtruck gehad en hebben dus verschillende dagen hetzelfde gegeten.
  • Veel oudere mensen hadden nog nooit Libanees of Thais gegeten en lustten het echt niet.

Bepaalde initiatieven van spontane vrijwilligers namen grootschalige en duurzame proporties aan. Zo is er het voorbeeld van de actie in Pepinster. Een lokaal restaurant, gesteund door verschillende spontane vrijwilligers, heeft dagenlang 8.000 maaltijden per dag klaargemaakt en rondgebracht.

Het belangrijkste vrijwilligersinitiatief was zonder twijfel de geïmproviseerde grootkeuken in het Athénée Royal Liège Atlas te Jupille, waar honderden vrijwilligers gedurende een maand tonnen gedoneerde voedingsmiddelen verwerkten tot 151.000 kwaliteitsvolle maaltijden, die dan ook nog eens tot bij de slachtoffers in de getroffen gebieden gebracht werden. In de eerste week waren dat tot 11.000 maaltijden per dag, maar de capaciteit werd verminderd tot 8.000 naarmate de stad Verviers en het leger een deel van de voedselbedeling overnamen. Ook dan werden er door hen soms nog maaltijden besteld in Jupille, omdat ze zelf onvoldoende capaciteit hadden om aan de vraag te voldoen.

Zodra het nieuws over deze grootkeuken begon te circuleren op het internet stroomden honderden vrijwilligers uit alle hoeken van het land spontaan toe om te helpen bij de bereiding, de verpakking en de verdeling van de maaltijden. Sommigen besteedden hier hun hele vakantie aan.

Op een gegeven moment namen het leger en La Croix Rouge de maaltijdbedeling over. De initiatieven van de spontane vrijwilligers werden gesloten. Het Rode Kruis heeft wel moeilijkheden ondervonden om voldoende en kwaliteitsvolle eigen initiatieven op te starten.

Het leger bleef grote hoeveelheden door privébedrijven gedoneerde levensmiddelen ontvangen, waaronder verschillende ladingen uit Nederland.  Het is verontrustend vast te stellen dat één maand na de ramp het leger nog gedeeltelijk afhankelijk was van privé-giften om maaltijden klaar te maken.

Na de overname van de voedselbedeling door officiële organisaties en het Croix Rouge is er een zekere chaos opgetreden. Er waren op bepaalde plaatsen niet voldoende maaltijden, niet alle slachtoffers kregen voedsel, enz…

Het is essentieel om te benadrukken dat momenteel op 29/08/2021 deze voedselbedeling op bepaalde plaatsen nog steeds nodig is.


Kleding

Onmiddellijk na de ramp zamelden spontane hulpverleners kleren in. Dit heeft heel snel buitengewone proporties aangenomen. De depots werden overspoeld door kledingdonaties.

Met volgende vaststellingen en problemen tot gevolg:

  • Tonnen ongesorteerde kleding in plastic zakken.
  • Een kluwen van bruikbare kleding gemengd met vuile of kapotte kleren en vodden.
  • Nood aan vrijwilligers om de kleding te sorteren, vrijwilligers die andere veel dringendere taken hadden.
  • Probleem om de kleren te verdelen, als gevolg van niet gesorteerde kledij.
  • Resultaat: kleding werd op termijn door de depots geweigerd. Dit leidde dan weer tot frustratie van bepaalde hulpverleners die met vrachten kleren werden teruggestuurd. Ook bij sommige personen die kleren hadden geschonken leidde dit tot frustraties en negatieve reacties.
  • Vele spontane organisaties hebben na deze vaststelling vrij vlug aan hun vrijwilligers laten weten dat kleren niet meer nodig waren. Deze oproep is echter niet altijd opgevolgd geweest, en bepaalde vrijwilligers zijn blijven kleren verzamelen .
  • In vele getroffen huizen waren enkel de kelder en het gelijkvloers ondergelopen. Aangezien kleding vaak op een bovenverdieping bewaard wordt, was hier dus veel minder nood aan.
  • De vraag rijst ook wat er nu met al die kleren zal gebeuren.
  • Er zijn getuigenissen dat het Rode Kruis kleding per kg begint te verkopen, wat de vraag opwekt naar wie de opbrengst van de kleding gaat, aangezien het gewone vrijwilligers zijn die deze kleding geschonken hebben aan andere organisaties.

 

In de toekomst moet rekening gehouden worden met volgende aandachtspunten:

  • Zo snel mogelijk de nood aan kleding realistisch inschatten.
  • De oproep moet reeds aan de bron gebeuren: enkel propere en gesorteerde kleren aan te nemen, dat geplooid is en in dozen verpakt (niet in zakken) met vermelding van maat, geslacht, winter- of zomerkledij. Indien dit niet het geval is, niet naar de getroffen gebieden of depots brengen.

Huisvesting

Te veel documenten

Het is niet duidelijk in welke mate spontane vrijwilligers een rol hebben gespeeld in de thematiek van de huisvesting. Het is wel bekend dat veel getroffen gezinnen een tijdelijk onderdak gevonden hebben bij vrienden en familie.

Wel is er in de eerste dagen na de ramp een overvloedig aanbod geweest vanuit het hele land om slachtoffers van de ramp te herbergen. Zij hebben hier echter vaak geen gebruik van gemaakt, om begrijpelijke redenen. De bewoners wilden in de buurt of zelfs in hun huis blijven omdat er veel geplunderd werd, zij moesten hun huis leegpompen, de modder ruimen, de inboedel op straat zetten, de muren afkappen en zij moesten ook ter plaatse zijn om de experten te ontvangen. Sommigen moesten ook heel snel hun werk hervatten. Velen verloren hun voertuig en konden zich niet verplaatsen.

De huisvesting was ook een taak voor de (lokale) overheden (o.a. OCMW’s), en La Croix Rouge heeft - zonder in details te treden - ook laten weten dat zij hierin een rol hebben gespeeld.

Er is weinig informatie over hoe dit in de praktijk is verlopen, over hoeveel personen het ging, en wat de korte- en lange termijnoplossingen waren. We hebben getuigenissen gekregen van slachtoffers van wie de verzekering niet is tussengekomen, maar ook van slachtoffers die in een internaat werden opgevangen en omwille van de voorbereiding van de heropening van het internaat, plots terug op straat stonden.

De overstromingen hebben een enorme impact op de huisvesting gehad. Sommige slachtoffers beschikken niet meer over een woning, omdat deze afgebroken moet worden of onbewoonbaar is verklaard. Zij zijn op zoek naar een nieuwe woning, sommigen slapen in opvangcentra voor daklozen. De huurprijzen in de omgeving van de getroffen regio’s zijn gestegen, de waarde van de getroffen huizen is gedaald. Er zijn gewoon niet voldoende woningen beschikbaar voor alle slachtoffers die nu dakloos zijn of willen verhuizen. Ook hierin heeft de overheid een belangrijke rol te spelen.

De aanpak van de huisvesting verdient zeker een apart en grondig onderzoek, waarin ook aandacht wordt besteed aan de verantwoordelijkheid van de officiële instanties en hoe zij deze opgenomen hebben.

Naarmate de vrijwilligers meer zicht begonnen te krijgen op de behoeftes in de getroffen gebieden, werden ze formulieren opgemaakt om informatie uit te wisselen en de hulpverlening te coördineren. Op de sociale netwerken circuleerden lijsten met adressen van de depots, lijsten van concrete hulpvragen, lijsten van benodigde materialen, screenshots van de lijst van de getroffen gebieden, lijsten met de vragen naar materiaal voor scholen, enz.

 

Deze lijsten werden vol goede bedoelingen opgesteld, maar werden vaak niet up-to-date gehouden, of circuleerden als losse documenten. Een bruikbare manier is om een document centraal online te zetten en up-to-date te houden en de link naar dit document te laten circuleren. Maar hiervoor is goede communicatie nodig.

 

Het ontbreken van een werkbare lijst en kaart van de getroffen gebieden met concrete adressen van de plaatsen waar hulp nodig was zorgde voor veel tijdverlies en frustraties, vooral omdat in de ergst getroffen gebieden waar vrijwilligers naartoe trokken, hele straten onbewoond waren.

 

Ook de overheid kan hierin een rol spelen door belangrijke info ter beschikking te stellen.

 

Toekomst

Volgende up-to-date documenten zullen noodzakelijk zijn:

  • Depotadressen en wat er daar nodig is.
  • Contactpersonen per getroffen dorp.
  • Grafische kaarten van getroffen gebieden, van plaatsen waar maaltijden nodig zijn.
  • Lijst van coördinatoren.
  • Lijsten van webpagina’s, Facebookgroepen, organisaties die met de hulpverlening actief zijn.
  • Algemene en betrouwbare informatie, bijvoorbeeld de documenten die de slachtoffers moeten invullen voor de overheden of verzekeringen, plaatsen van voedselbedeling, enz.
  • Overzicht van de persartikels.
  • Overzicht van de politieke beslissingen.